Heeft adviseur uitvoering gegeven aan waarschuwingsplicht?

8 december 2023 om 17:30

De partner (op dat moment alleenstaand) van een klant koopt in 2016 een eigen woning, maar sluit daar vanwege zijn persoonlijke situatie  om medische redenen geen overlijdensrisicoverzekering (ORV). Medio 2020 komen de klant en haar partner bij de adviseur om te bespreken wat de financiële mogelijkheden zijn van het kopen van een andere woning. Op dat moment is een ORV, ondanks de gewijzigde situatie, niet ter sprake gekomen. Heeft de adviseur daarmee zijn zorgplicht geschonden?

De feiten

De partner van de consument heeft de adviseur in het najaar van 2016 benaderd in verband met de aankoop van een woning. Naar aanleiding hiervan heeft de adviseur een adviesrapport opgesteld waarin is opgenomen dat, omdat ze (op dat moment) geen partner heeft, vanwege inbreng eigen middelen en een medische achtergrond heeft, geen ORV wenst af te sluiten. Er is wel een premie berekend, zonder een eventuele verhoging. Daarnaast is geadviseerd om bij verandering in de persoonlijke situatie alsnog een ORV af te sluiten.

Eind juni 2020 heeft op initiatief van de klant en haar partner een tweede gesprek plaatsgevonden ter inventarisatie van de (financiële) mogelijkheden om een andere woning te kopen. Tijdens dit overleg is ter sprake gekomen dat de klant en haar partner in september 2019 in het huwelijk zijn getreden. Er is geen nieuw of aangepast adviesrapport opgesteld.

Eind november 2021 is de partner van de klant overleden door de ziekte van Crohn. Omdat er geen overlijdensrisicoverzekering was afgesloten, kunnen de klant en haar zoon geen aanspraak maken op een uitkering. De klant is van mening dat de adviseur aan de partner van de klant een overlijdensrisicoverzekering had moeten adviseren. De adviseur reageert hierop dat de partner van de klant daar op dat moment zelf vanaf heeft gezien.

De klant vindt dat de adviseur in ieder geval tijdens het gesprek in juni 2020, gezien de gewijzigde gezinssituatie, over een ORV had moeten beginnen. Volgens de adviseur bestond er geen wettelijke verplichting om tijdens het gesprek over wat zij op basis van hun gezamenlijke inkomen konden lenen, spontaan te adviseren over een ORV. Daarnaast was ten tijde van het bezoek in juni 2020 de partner van de consument al ongeneeslijk ziek en had hij niet lang meer te leven. In dat licht bezien was het toen al niet meer mogelijk om op zijn leven een ORV af te sluiten. Daarbij geeft de adviseur aan dat de klant de lasten van de hypotheek ook alleen kon dragen.

De klant stelt de schade ten minste op de hypotheekschuld van € 158.000, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van overlijden van de partner van de klant.

De beoordeling

Een assurantietussenpersoon moet waken voor de belangen van de verzekeringnemers bij de tot zijn portefeuille behorende verzekeringen. Daarbij hoort ook dat de assurantietussenpersoon de verzekeringnemer tijdig informeert over de gevolgen van feiten die hem bekend worden. Niet alleen tijdens het sluiten van de overeenkomst, maar ook tijdens de looptijd van de overeenkomst.

Naar het oordeel van de commissie heeft de adviseur geen uitvoering gegeven aan zijn waarschuwingsplicht door ten tijde van het gesprek in juni 2020 de partner van de consument er niet op te wijzen dat zijn persoonlijke situatie ten opzichte van het moment van het eerste gesprek in 2016 dusdanig is gewijzigd dat het raadzaam was om een ORV te sluiten. Uit de beschikbare documentatie blijkt namelijk niet dat er op dat moment een nieuw adviesrapport is opgemaakt of dat er gespreksnotities aanwezig zijn waaruit expliciet is op te maken dat de adviseur de klant en haar partner op het belang van een ORV heeft gewezen.

Het verweer van de adviseur dat door de gezondheidstoestand van de partner van de klant het sluiten van een ORV niet (meer) mogelijk was, treft geen doel. Los van het feit dat de adviseur dit verweer op geen enkele wijze feitelijk heeft onderbouwd, heeft de klant aangegeven dat het beeld van de ziekte van Crohn van haar partner in juni 2020 nog niet van dien aard was dat zijn overlijdensrisico toen al onverzekerbaar was. Tegen een opslag op de reguliere en relatief lage premie had een ORV zeer waarschijnlijk afgesloten kunnen worden. Pas in 2021 heeft de partner van de klant ook de diagnose darmkanker gekregen en die aandoening bleek helaas fataal te zijn.

Wat de precieze premie voor de ORV zou zijn geweest valt bij gebrek aan informatie niet vast te stellen. De commissie maakt daarom gebruik van haar bevoegdheid om bij een niet nauwkeurig vast te stellen schade de omvang daarvan te schatten. De commissie stelt de totale verschuldigde verhoogde premie tot het moment van overlijden van de partner van de klant vast op een bedrag van € 2.000.

De commissie concludeert dat de adviseur zijn zorgplicht geschonden heeft en dat hij aansprakelijk is voor de daardoor ontstane schade. De commissie zal de vordering van de consument daarom deels toewijzen tot een bedrag van € 156.000.

Wat kunt doen?

Als een bestaande klant bij u terugkomt voor nieuwe informatie en u merkt op dat de persoonlijke en of financiële situatie van de klant is gewijzigd, is dat zeker iets om op te merken en met die informatie aan de slag te gaan. Ook wanneer de klant voor heel iets anders komt, is het belangrijk dat u de klant wijst op de gevolgen van de veranderde situatie. En dat dat aanleiding is om ook over, zoals in dit geval, de overlijdensrisicoverzekering te praten al dan niet in een volgend gesprek. Maak aantekeningen of een gespreksverslag van de onderwerpen die tijdens het gesprek zijn besproken en eventuele actiepunten voor een volgend gesprek. Stuur een afschrift van het verslag naar de klant en sla het op in het klantendossier. Zo laat u uw toegevoegde waarde laten zien.

Wat kan SVC voor u doen?

Zoals u wellicht weet voeren wij al jaren Keurmerkcertificeringsaudits uit. Sinds enige tijd is het mogelijk om deze audits uit te breiden met een Zorgplichtaudit. Hierbij richten wij ons niet op de publiek rechtelijke verplichtingen, maar op de privaatrechtelijke verplichtingen uit het Burgerlijk Wetboek. Hiermee krijgt u een eerste inzicht in de wijze waarop u invulling geeft aan deze verplichtingen. Daarnaast verzorgd Richard Meinders voor de SAR RMiA permanente educatie een training over zorgplicht. Deze training kan ook in company bij u worden verzorgd. Wilt u hier meer informatie over? Neem dan contact met ons op.




Proud member of
Logo PIAGROUP
Volg ons op LinkedIn
Op de hoogte blijven het laatste nieuws?
Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief!