OVS - situaties 2005
TL-IN-469 - versie 1 - datum 01-01-2005
De Overeenkomst Vereenvoudigde Schaderegeling (OVS) geldt alleen tussen de tot de OVS toegetreden
verzekeraars. Verzekerden mogen dan ook nooit betrokken worden in een discussie betreffende de OVS.
Voorwaarde voor toepassing van de OVS is dat de betrokken (aangesloten) verzekeraars het eens zijn
over de toedracht van de aanrijding. De OVS regelt op vereenvoudigde wijze de schadeverdeling tussen
een (aangesloten) casco- en een (aangesloten) WA-verzekeraar (de schuldvraag wordt niet beoordeeld).
·	Botsing tijdens of na een bijzondere verrichting									OVS - 1
·	Botsing op een kruispunt									OVS - 2
·	Botsing tussen achter elkaar rijdende motorrijtuigen									OVS - 3
·	Botsing tussen elkaar tegemoet rijdende motorrijtuigen									OVS - 4
·	Botsing tussen een rijdend en een geparkeerd motorrijtuig									OVS - 5
·	Botsing tussen twee motorrijtuigen in een situatie die niet valt onder de artikelen									OVS - 6
	1 tot en met 5
	Botsing tijdens of na een bijzondere verrichting (OVS - 1)
						Toedracht
						A rijdt uit stilstand weg en B rijdt gewoon rechtdoor.
						Afwikkeling
						A voert een bijzondere verrichting uit en B niet.
						OVS 1 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						A komt uit een uitrit en B rijdt gewoon rechtdoor.
						Afwikkeling
						A voert een bijzondere verrichting uit en B niet.
						OVS 1 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						A keert en B slaat rechtsaf.
						Afwikkeling
						A voert een bijzondere verrichting uit en B niet.
						OVS 1 is van toepassing in het nadeel van A,
						ondanks het feit dat A op een voorrangsweg rijdt.
						Toedracht
						A rijdt achteruit en B rijdt gewoon rechtdoor.
						Afwikkeling
						A voert een bijzondere verrichting uit en B niet.
						OVS 1 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						A verwisselt van rijstrook en B rijdt gewoon rechtdoor.
						Afwikkeling
						A voert een bijzondere verrichting uit en B niet.
						OVS 1 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						A voegt in en B rijdt gewoon rechtdoor.
						Afwikkeling
						A voert een bijzondere verrichting uit en B niet.
						OVS 1 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						B rijdt vooruit parkeervak in en A opent portier.
						Afwikkeling
						A voert een bijzondere verrichting uit en B niet.
						OVS 1 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						B rijdt vooruit parkeervak in en A opent portier.
						Afwikkeling
						A voert een bijzondere verrichting uit en B niet.
						OVS 1 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						A komt uit een verboden rijrichting en B rijdt gewoon
						rechtdoor.
						Afwikkeling
						A voert een bijzondere verrichting uit en B niet.
						OVS 1 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						Bromfiets A rijdt op het bromfietspad in verboden
						rijrichting en B rijdt gewoon rechtdoor.
						Afwikkeling
						A voert een bijzondere verrichting uit en B niet.
						OVS 1 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						Bromfiets A rijdt op het niet meest rechts gelegen
						bromfietspad en B rijdt gewoon rechtdoor.
						Afwikkeling
						A voert geen bijzondere verrichting uit en B had A
						voorrang moeten verlenen.
						OVS 2 is van toepassing in het nadeel van B.
						Toedracht
						A rijdt achteruit en komt van rechts en B rijdt gewoon
						rechtdoor.
						Afwikkeling
						A voert een bijzondere verrichting uit en B niet.
						OVS 1 is van toepassing in het nadeel van A.
	Botsing op een kruising (OVS - 2)
						Toedracht
						B komt op een kruising van rechts en A rijdt
						gewoon rechtdoor.
						Afwikkeling
						A had B voorrang moeten verlenen.
						OVS 2 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						A slaat linksaf en B rijdt gewoon rechtdoor
						Afwikkeling
						A had B voorrang moeten verlenen.
						OVS 2 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						A slaat linksaf en B slaat rechtsaf.
						Afwikkeling
						A had B voorrang moeten verlenen.
						OVS 2 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						A slaat linksaf en B slaat rechtsaf.
						Afwikkeling
						A had B voorrang moeten verlenen.
						OVS 2 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						B slaat op een kruising rechtsaf en vervolgens
						linksaf. A rijdt gewoon rechtdoor en haalt B in.
						Afwikkeling
						A had B voorrang moeten verlenen, de lading van A
						bevindt zich nog op het kruispunt.
						OVS 2 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						B komt op een kruising van rechts en A rijdt
						gewoon rechtdoor
						Afwikkeling
						A had B voorrang moeten verlenen, ondanks het
						afsnijden van B.
						OVS 2 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						B komt op een kruising van rechts en A rijdt
						gewoon rechtdoor
						Afwikkeling
						B heeft kruispunt al verlaten, A heeft geen voorrangs-
						plicht meer.
						OVS 2 is niet (meer) van toepassing, de schade wordt
						afgewikkeld op basis van OVS 4 in het nadeel van B.
						Toedracht
						A slaat linksaf en B rijdt gewoon rechtdoor en beiden
						hebben groen.
						Afwikkeling
						A had B voorrang moeten verlenen.
						OVS 2 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						A is door groen gereden en staat stil op kruispunt, B
						trekt op na groen.
						Afwikkeling
						A heeft voorrang omdat hij op een voorrangsweg rijdt,
						na dubbel groen volgens de normale verkeersregels.
						OVS 2 is van toepassing in het nadeel van B.
						Toedracht
						A is door groen gereden en staat stil op kruispunt, B
						trekt op na groen.
						Afwikkeling
						B heeft voorrang omdat hij op een voorrangsweg rijdt,
						na dubbel groen volgens de normale verkeersregels.
						OVS 2 is van toepassing in het nadeel van A.
	Botsing tussen achterelkaar rijdende motorrijtuigen (OVS - 3)
						Het geel gearceerde vlak is het aanrakingsvlak
						Toedracht
						B remt voor een zeebrapad en A rijdt achterop.
						Afwikkeling
						De botsing vindt plaats in het aanrakingsvlak (het
						geel gearceerde vlak).
						OVS 3 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						B slaat linksaf en moet C voorrang verlenen, A rijdt
						achterop.
						Afwikkeling
						De botsing vindt plaats in het aanrakingsvlak (het
						geel gearceerde vlak).
						OVS 3 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						Bromfiets B slaat linksaf en moet C voorrang verlenen,
						A rijdt achterop.
						Afwikkeling
						De botsing vindt plaats in het aanrakingsvlak (het
						geel gearceerde vlak).
						OVS 3 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						B rijdt gewoon rechtdoor en A rijdt achterop.
						Afwikkeling
						De botsing vindt plaats in het aanrakingsvlak (het
						geel gearceerde vlak).
						OVS 3 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						Tractor B rijdt gewoon rechtdoor en A rijdt achterop.
						Afwikkeling
						De botsing vindt plaats met de lading in het aanrakings-
						vlak (het geel gearceerde vlak).
						OVS 3 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						B rijdt gewoon rechtdoor en A rijdt achterop.
						Afwikkeling
						De botsing vindt plaats in het aanrakingsvlak (het
						geel gearceerde vlak).
						OVS 3 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						B rijdt gewoon rechtdoor en A rijdt achterop.
						Afwikkeling
						De botsing vindt plaats in het aanrakingsvlak (het
						geel gearceerde vlak).
						OVS 3 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						A rijdt gewoon rechtdoor en B rijdt achterop.
						Afwikkeling
						De botsing vindt niet meer plaats op de kruising en dus
						is OVS 2 niet van toepassing. De botsing vindt plaats
						in het aanrakingsvlak (het geel gearceerde vlak).
						OVS 3 is van toepassing in het nadeel van B.
						Toedracht
						1. B rijdt tegen lichtmast en daarna rijdt A achterop.
						2. A rijdt achterop B en drukt B tegen lichtmast.
						Afwikkeling
						In beide gevallen vindt de botsing plaats in het aan-
						rakingsvlak (het geel gearceerde vlak).
						OVS 3 is van toepassing en A betaalt de volledige
						schade (voor- en achterschade) van B.
						Toedracht
						B slaat linksaf en A haalt B in.
						Afwikkeling
						De botsing vindt niet plaats in het aanrakingsvlak (het
						geel gearceerde vlak).
						OVS 3 is niet van toepassing, de schade wordt
						afgewikkeld op grond van OVS 6.
						Toedracht (1)
						D rijdt achterop C, die vervolgens B doordrukt op A.
						Toedracht (2)
						D rijdt achterop C, die vervolgens B doordrukt op A.
						Afwikkeling
						De kettingbotsing wordt opgedeeld in 3 enkelvoudige
						botsingen:
						A en B
						B en C
						C en D
						Toedracht (3)
						D rijdt achterop C, die vervolgens B doordrukt op A.
						Afwikkeling
					-	B betaalt schade aan A
					-	C betaalt schade aan B
					-	D betaalt schade aan C
						Er vindt geen onderling verhaal plaats !
						Toedracht
						D rijdt achterop C, die vervolgens B doordrukt op A.
						Afwikkeling
					-	B betaalt schade aan A en verhaalt schade A niet op D
					-	C verwijst B naar D
					-	B kan zijn schade niet verhalen op D
					-	D betaalt schade aan C
						Toedracht
						D rijdt achterop C, die vervolgens B doordrukt op A.
						Afwikkeling
					-	B betaalt schade aan A en verhaalt dit op D
					-	C betaalt schade aan B en verhaalt dit op D
					-	D betaalt schades aan C en B
						Toedracht
						C voegt in, waardoor D in de flank van C rijdt en die
						vervolgens doordrukt op B en A.
						Afwikkeling
						Niet alle motorrijtuigen botsen in elkaars aanrijdingsvlak
						(D botst in de flank van C). Deze botsing voldoet niet
						aan de vereisten van een kettingbotsing.
						De OVS is niet van toepassing.
						Toedracht
						B en C rijden achterop A en/of
						D rijdt achterop B en C
						Afwikkeling
						In beide gevallen voldoet de botsing niet aan de
						vereisten van een kettingbotsing.
						De OVS is niet van toepassing.
	Botsing tussen elkaar tegemoet rijdende motorrijtuigen (OVS - 4)
						Toedracht
						A passeert een rij geparkeerde auto's en B rijdt
						gewoon rechtdoor.
						Afwikkeling
						A rijdt niet meer volledig op de eigen weghelft en B wel.
						OVS 4 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						A rijdt rechtdoor een wegversmalling in en B ook.
						Afwikkeling
						B heeft volgens de verkeersborden voorrang.
						OVS 4 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						A haalt B in en komt daarbij in botsing met C, die
						gewoon rechtdoor rijdt.
						Afwikkeling
						A rijdt niet meer volledig op de eigen weghelft en C wel.
						OVS 4 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						A is een spookrijder, B rijdt gewoon rechtdoor.
						Afwikkeling
						A rijdt niet op de eigen weghelft en B wel.
						OVS 4 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						B komt op een kruising van rechts en A rijdt gewoon
						rechtdoor.
						Afwikkeling
						B heeft kruipunt al verlaten en rijdt niet volledig op de
						eigen weghelft.
						OVS 4 is van toepassing in het nadeel van B.
						Toedracht
						B komt op een kruising van rechts en A rijdt gewoon
						rechtdoor.
						Afwikkeling
						De botsing vindt op het kruispunt plaats en A had B
						voorrang moeten verlenen, ondanks het afsnijden van B.
						OVS 2 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						Tractor A rijdt gewoon rechtdoor en B ook.
						Afwikkeling
						Tractor A houdt niet uiterst rechts, B wel.
						OVS 4 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						Tractor A rijdt gewoon rechtdoor en B ook.
						Afwikkeling
						Tractor A houdt uiterst rechts en B ook.
						OVS 6 is van toepassing.
	Botsing tussen een rijdend en een geparkeerd motorrijtuig (OVS - 5)
						Toedracht
						A rijdt gewoon rechtdoor en B staat geparkeerd.
						Afwikkeling
						OVS 5 is van toepassing in het nadeel van A.
						Toedracht
						A raakt zowel de spiegel van B, C en D
						Afwikkeling
					-	A betaalt schade aan B
					-	A betaalt schade aan C
					-	A betaalt schade aan D
						op grond van OVS 5.
						Toedracht
						A botst tegen geparkeerde B en drukt B door op C en
						C wordt doorgedrukt op D.
						Afwikkeling
						Dit is een meervoudige aanrijding.
						De OVS is niet van toepassing.
	Botsing tussen twee motorrijtuigen in een situatie die niet valt onder de artikelen
	1 tot en met 5 (OVS - 6)
						Toedracht
						A rijdt achteruit en komt van rechts en B rijdt ook
						achteruit.
						Afwikkeling
						A voert een bijzondere verrichting uit en B ook. A heeft
						geen voorrangsrecht.
						OVS 6 is van toepassing.
						Toedracht
						A rijdt achteruit parkeervak in en B opent portier.
						Afwikkeling
						Het betreft hier tweemaal een bijzondere verrichting.
						OVS 6 is van toepassing.
						Toedracht
						A rijdt vooruit parkeervak in en B opent portier.
						Afwikkeling
						B voert een bijzondere verrichting uit en A niet.
						OVS 1 is van toepassing.
						Toedracht
						B slaat linksaf en B haalt A in.
						Afwikkeling
						De botsing vindt niet plaats in het aanrakingsvlak (het
						geel gearceerde vlak).
						OVS 3 is niet van toepassing, de schade wordt afge-
						wikkeld op grond van OVS 6.
						Toedracht
						B slaat rechtsaf en rijdt een vraagteken, A rijdt gewoon
						rechtdoor.
						Afwikkeling
						De botsing vindt niet plaats in het aanrakingsvlak (het
						geel gearceerde vlak).
						OVS 3 is niet van toepassing, de schade wordt afge-
						wikkeld op grond van OVS 6.
						Toedracht
						B slaat rechtsaf en A rijdt op een ventweg gewoon
						rechtdoor.
						Afwikkeling
						De botsing vindt niet plaats in het aanrakingsvlak (het
						geel gearceerde vlak).
						OVS 3 is niet van toepassing, de schade wordt afge-
						wikkeld op grond van OVS 6.
						Toedracht
						Tractor A rijdt gewoon rechtdoor en B ook.
						Afwikkeling
						Tractor A houdt uiterst rechts en B ook.
						OVS 6 is van toepassing.
						Toedracht
						A rijdt gewoon rechtdoor en B ook.
						Afwikkeling
						A houdt uiterst rechts en B ook. Het staat niet vast dat
						één van beide niet volledig op de eigen weghelft heeft
						gereden.
						OVS 4 is niet van toepassing, de schade wordt afge-
						wikkeld op grond van OVS 6.
	(bron: Verbond van Verzekeraars)