Adviseur moet actiever zijn bij preventie onderverzekering

28 september 2018 om 18:00

Verzekeringsadviseur Aon moet ruim € 43.000 betalen aan een landgoedeigenaar in verband met niet uitgekeerde brandschade. Dit blijkt uit een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Volgens de rechter heeft Aon haar klant ten onrechte niet gewezen op het blijvend ontbreken van een juiste waardebepaling van het onroerend goed en de mogelijke gevolgen van onderverzekering hierdoor.

De feiten
In april 2016 benadert de eigenaar Aon voor het verzekeren van drie van de tien opstallen op het landgoed tegen onder meer brandschade. Op basis van de eerder opgegeven vervangingswaarde geeft Aon in mei 2016 in een begeleidende mail bij de offerte aan dat de vervangingswaarde niet hetzelfde is als de herbouwwaarde die verzekeraars hanteren. De verzekeringsadviseur stelt de eigenaar voor om kosteloos een passend waardeverslag te laten maken. De klant moet voor het opmaken van de polis en in gang zetten van de uitvoering van de waardebepaling de bijgesloten akkoordverklaring invullen en ondertekend retourneren. Wat de klant doet.

Medio mei 2016 wordt een voorlopige polis opgemaakt die per 26 juli 2016 definitief wordt. Bij het vaststellen van de voorlopige dekking wordt uitgegaan van een herbouwwaarde van € 200.000 voor het gebouw dat fungeert als technische ruimte. In de tussentijd geeft de klant volgens een interne notitie van Aon aan dat is ‘afgesproken om de waardebepaling nog even uit te stellen. Dit in afwachting van mogelijke verhuur van de overige paviljoens.’

Begin maart 2017 is er een brand in het gebouw waarin de technische dienst is gevestigd. Cunningham Lindsey stelt de schade vast op € 98.454,07 inclusief BTW. Ook stelt het expertisebedrijf de herbouwwaarde vast: € 379.525. Aangezien het gebouw van de technische dienst was verzekerd voor een bedrag van € 200.000 en de verzekeraars bij de bepaling van de hoogte van de uitkering rekening hebben gehouden met de onderverzekering, is aan de klant een bedrag van € 52.812,47 (minus het eigen risico) uitgekeerd.

Het geschil
De klant stelt Aon aansprakelijk voor de schade als gevolg van onderverzekering. Aon is volgens de verzekerde tekort geschoten in haar zorgplicht door haar niet adequaat en juist te adviseren over de dekking van de opstalverzekering. Aon betwist haar zorgplicht te hebben geschonden. De verzekeringsadviseur stelt de klant te hebben gewezen op het belang van een precies waardeverslag maar dat deze daarvan heeft afgezien. Vanwege de korte periode tussen het sluiten van de polis en de schade heeft Aon de verzekerde hier niet aan herinnerd.

De beoordeling
De rechtbank Rotterdam is niet onder de indruk van die argumentatie. Omdat de klant had aangegeven een waardebepaling te willen laten uitvoeren en er hierdoor geen sprake was van het definitief afzien daarvan, had het op de weg van Aon gelegen om op een later moment alsnog aan te dringen op een waardebepaling. Dan wel bij de klant te verifiëren of hij hiervan definitief wilde afzien. Gesteld noch gebleken is dat Aon dit heeft gedaan. Dit terwijl de periode van 9 maanden nadat tot uitstel werd besloten (op 3 juni 2016) tot aan de brand (op 5 maart 2017) daartoe meer dan voldoende gelegenheid bood.

Ook heeft Aon volgens de rechter de klant niet voldoende gewezen voor de risico’s van onderverzekering. Dat aannemelijk is dat de klant hierop is gewezen omdat in een gesprek met de klant een checklist wordt gehanteerd waarop het risico van onderverzekering staat vermeld, is onvoldoende om te onderbouwen dat in dit specifieke geval op dit risico is gewezen. Daar komt nog bij dat Aon, zoals tijdens de zitting namens haar is verklaard, in ieder geval de klant tijdens het gesprek over het uitstellen van een waardebepaling, niet heeft gewezen op de risico’s van het afzien daarvan. Ook is niet gebleken dat Aon dat op het later moment alsnog heeft gedaan. Daarmee heeft Aon niet de zorg betracht die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend assurantietussenpersoon mag worden verwacht. Aon is dan ook toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van haar zorgplicht als assurantietussenpersoon en in beginsel gehouden de door de klant geleden schade te vergoeden.

De rechtbank veroordeelt Aon om een bedrag van € 43.141,60, vermeerderd met de wettelijke rente over het toegewezen bedrag aan de klant te betalen.

Wat kunt u doen?
Leg uw advies aan de klant vast. Wijkt de klant af van uw advies, wijs hem dan op de mogelijke (financiële) consequenties van, in dit voorbeeld, onderverzekering. Mocht de klant aangeven later terug te komen op uw advies, agendeer dit en neem zelf contact op met uw klant indien hij geen contact met u op heeft genomen. Pas wanneer de klant definitief heeft aangegeven welke keus hij heeft gemaakt, hij volgt u advies of wijkt hier vanaf, legt u deze keuze vast dit vast, kunt u de aanvraag afsluiten en een volgend contact moment agenderen.

Lees hier het volledige vonnis van de rechtbank Rotterdam


Tags: zorgplicht


Proud member of
Logo PIAGROUP
Volg ons op LinkedIn
Op de hoogte blijven het laatste nieuws?
Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief!