Juist inkomen belangrijk bij AOV schadeverzekering

2 augustus 2023 om 16:30

Verzekerde was werkzaam als assurantietussenpersoon bij zijn eigen assurantiekantoor. In dit kantoor, een vof, zaten hijzelf en zijn echtgenote als vennoten. Omstreeks 1995 heeft verzekerde via zijn eigen assurantiekantoor een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) afgesloten. Als verzekerde arbeidsongeschikt wordt, volgt een discussie met de verzekeraar over de hoogte van zijn inkomen en over het feit of de verzekering een schade- of een sommenverzekering is. Partijen komen er samen niet uit. Hoe oordeelt de rechtbank?

De feiten

In 1995 sluit verzekerde een AOV. Medio juni 2012 is een nieuw polisblad voor de AOV afgegeven. Op het polisblad is onder meer vermeld dat de dekking op Rubriek A € 73.472 en op Rubriek B € 46.121 is. Genoemde verzekerde bedragen stijgen jaarlijks per 1 februari 3% samengesteld. De eventuele uitkering stijgt jaarlijks per 1 februari 3% samengesteld. In afwijking van het polisblad zijn van toepassing de voorwaarden AV001.

Tevens is overeengekomen dat de verzekeraar bij een eventuele schadeclaim het recht heeft om een bewijs van inkomen op te vragen. Als dit bewijs van inkomen hiertoe aanleiding geeft, zullen de verzekerde bedragen worden verlaagd naar maximaal 80% van het inkomen, rekening houdend met de A.A.W. 

In een e-mail van medio mei 2012 heeft de vrouw van verzekerde aan de verzekeraar de vraag gesteld dat overeenkomstig de AOV-classificatie van Adfiz de ondernemers AOV van verzekeraar een sommenverzekering zou moeten zijn en dat op clausuleblad 501 staat dat het een schadeverzekering is. Met het verzoek aan verzekeraar om dit aan te passen. Eind mei heeft de verzekeraar daarop geantwoord dat het een schadeverzekering betreft.

In april 2014 is verzekerde arbeidsongeschikt geworden, waarna hij een beroep heeft gedaan op zijn AOV. Op basis van de financiële gegevens die verzekerde heeft ingestuurd heeft de verzekeraar berekend dat de verzekerde bedragen op de polis te hoog zijn. Het gemiddelde inkomen van de voorgaande drie jaar was € 33.205. Er was dus meer verzekerd dan verzekerde verdiende.

Medio juli 2014 informeert de verzekeraar verzekerde over de mate van arbeidsongeschiktheid (100%) en over het aanpassen van de verzekerde bedragen. Omdat het een inkomensdervingsverzekering is, mag er niet meer verzekerd worden dan wat verzekerde verdient. En dat er bij schade niet meer mag worden uitgekeerd dan de schade die iemand werkelijk lijdt (indemniteitsbeginsel). Omdat verzekerde gemiddeld € 33.205 heeft verdiend, worden de verzekerde bedragen aangepast naar: Rubriek A: € 33.205 en Rubriek B: € 26.564 (80% van het verzekerde bedrag van Rubriek A). De wijziging wordt met terugwerkende kracht per 1 februari 2011 (de hoofdpremie vervaldatum) doorgevoerd. Teveel betaalde premie wordt verrekend. 

Verzekerde heeft bezwaar gemaakt tegen de verlaging van de verzekerde bedragen. Hij is van mening dat de inkomsten volledig gegenereerd worden door hem als buitendienst. Er is voor een vof met zijn vrouw gekozen, omdat dit fiscaal voordeliger is. Daarnaast is vanaf 2010 de Winst Uit Onderneming (WUO) gedrukt door een fiscale afschrijving door de in 2010 aangekochte portefeuille. Dit is geen echte kostenpost van de onderneming, maar verlaagt wel de persoonlijke WUO. Verzekerde vindt dat deze afschrijvingspost niet mee mag worden meegenomen in de berekening van de uitkering. 

Daarop reageert de verzekeraar dat bij het aangaan van de verzekering bij het vaststellen van de hoogte van het verzekerd bedrag wordt gevraagd naar het persoonlijke inkomen. De manier hoe de winst binnen de vof wordt verdeeld, wordt daarbij buiten beschouwing gelaten. De AOV is een persoonlijke inkomensverzekering. De richtlijn is dat het bedrag dat wordt opgegeven voor de inkomstenbelasting aan de belastingdienst, het uitgangspunt is voor het bedrag dat een individu kan verzekeren voor zijn AOV. Na een nieuwe beoordeling van de verzekeraar van de jaarcijfers komt zij tot de conclusie dat niet zozeer de afschrijvingen, maar andere factoren hebben bijgedragen aan de lagere winst van uw onderneming. Zij blijft daarom bij haar standpunt dat de verzekerde bedragen terecht zijn aangepast naar het juiste bedrag. 

Verzekerde wil van de rechtbank een bevestiging dat de verzekeraar ten onrechte – met terugwerkende kracht per 1 februari 2014 – de onder de rubrieken A en B verzekerde bedragen heeft aangepast en daarom aan verzekerde over de periode van zijn arbeidsongeschiktheid de bedragen uit te keren zoals deze oorspronkelijk verzekerd waren.

De beoordeling

Schadeverzekering of sommenverzekering? Gelet op dit geschilpunt tussen partijen komt het aan op een uitleg van de tussen partijen gesloten verzekeringsovereenkomst. De rechtbank overweegt als volgt. Alles duidt erop dat de strekking van de verzekering is om de verzekerde te compenseren voor daadwerkelijk geleden verlies aan inkomen. Nu verzekerde destijds zelf werkzaam was als assurantietussenpersoon en dus zeer relevante kennis van zaken had, moet dit hem ook duidelijk zijn geweest.

Hierbij komt nog het volgende. De echtgenote van verzekerde heeft op 11 mei 2012 na ontvangst van het gewijzigde polisblad en namens het door haar met haar man gevoerde assurantiekantoor, via welk kantoor de verzekering was afgesloten, aan de verzekeraar in een e-mail geschreven dat de AOV een sommenverzekering zou moeten zijn maar dat uit clausule 501 volgt dat de verzekering een schadeverzekering is. De verzekeraar heeft daarop kenbaar gemaakt dat de AOV een schadeverzekering is. Het ligt voor de hand dat deze informatie op dat moment ook bij verzekerde bekend was.

Als dat al niet zo zou zijn, kan deze informatie aan hem worden toegerekend nu zijn echtgenote namens het assurantiekantoor en dus namens hem optrad bij het afsluiten en het wijzigen van de AOV. Op basis van deze overwegingen concludeert de rechtbank dat de AOV van verzekerde strekt tot dekking van schade, niet tot uitkering van een daar niet aan gerelateerde verzekerde som.

Tussen partijen is ook in geschil welk inkomen is verzekerd in de tussen hen geldende AOV en meer in het bijzonder wat wordt bedoeld met winst uit onderneming in de zin van de wet IB, zoals opgenomen in artikel 10 AV001. Verzekerde is van mening dat hiermee wordt bedoeld de totaalwinst als omschreven in artikel 3.8 wet IB. De verzekeraar verwijst naar artikel 3.2 wet IB waar een definitie wordt gegeven van belastbare winst uit onderneming.

Volgens de rechtbank heeft de verzekeraar terecht het fiscale inkomen van verzekerde over de relevante jaren als uitgangspunt genomen voor de berekening van het verzekerde inkomen. Zij heeft conform clausule 501 en artikel 10 AV001 op basis van het gemiddelde inkomen van de drie voorafgaande jaren aan het jaar waarin de arbeidsongeschiktheid intrad de verzekerde bedragen mogen aanpassen naar € 33.205 (rubriek A) en € 26.564 (rubriek B), de bedragen waarvan als onbetwist vaststaat dat ze overeenstemmen met het jaarlijkse fiscale inkomen van verzekerde over die periode, respectievelijk 80% daarvan.

De rechtbank wijst de vordering van verzekerde dan ook af.

Wat kunt u doen?

Belangrijk is om de wensen en doelstellingen van uw klant goed in kaart te brengen bij het advies over een AOV. Het is in ieder geval goed om te beseffen dat u bij een AOV op basis van een schadeverzekering goed moet nadenken over fiscaal voordelige constructies, die wellicht niet helemaal in lijn zijn met de werkelijkheid. Wees hier ook alert op als de klant een dergelijk advies krijgt van zijn accountant of boekhouder. Wijs uw klant op de risico’s die dit met zich mee kan brengen. Leg vast wat u hierover adviseert en of uw klant uw advies volgt of niet. Als de klant uw advies niet volgt, leg dan vast welke mogelijke (financiële) consequenties het gevolg kunnen zijn. Door periodiek met uw klant de verzekering(en) door te nemen, kunt u deze tijdig aanpassen indien nodig. Zo komt uw klant niet voor een verrassing te staan wanneer een verzekering tot uitkering moet komen.

Wat kan SVC voor u doen?

Met het SVC Kennisportal beschikken wij over een krachtige tool om u te ondersteunen met pragmatische procedures, instructies, formulieren en sjablonen. Zoals een inventarisatieformulier, klantprofielformulier en motivatievragen die u kunnen ondersteunen bij het opstellen van een volledig AOV-advies. Met het SVC compliance abonnement krijgt u toegang tot ons Kennisportal, ontvangt u onze nieuwsbrieven, kunt u gebruik maken van de Wft helpdesk en kunt u 4 keer per jaar een adviesdossier ter beoordeling voorleggen. Wilt u meer informatie over het compliance abonnement of de Kennisportal? Neemt u dan contact met ons op.




Proud member of
Logo PIAGROUP
Volg ons op LinkedIn
Op de hoogte blijven het laatste nieuws?
Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief!