Kon worden volstaan met execution only bij oversluiten ORV?

3 april 2023 om 08:30

De adviseur heeft op basis van execution only dienstverlening de overlijdensrisicoverzekering van de inmiddels overleden partner van de klant overgesloten. Volgens de klant heeft de adviseur hierbij haar zorgplicht geschonden door niet te wijzen op de noodzaak van (advies over) een partnerverklaring. Kon de adviseur volstaan met execution only? De Geschillencommissie vond van wel. Hoe denkt de Commissie van Beroep hierover?

De feiten

In 2010 heeft X een hypothecaire geldlening van € 163.000,- afgesloten voor de financiering van zijn woning. Ook heeft X een overlijdensrisicoverzekering afgesloten, waarbij hij een pandrecht op de verzekering heeft verstrekt aan de hypotheekverstrekker. De hypothecaire geldlening is later nog verhoogd en bedroeg uiteindelijk in totaal € 175.000,-.

X is eind 2010 gaan samenwonen met de klant en zij hebben twee kinderen gekregen. Er is geen sprake van een samenlevingscontract of testament. In 2014 heeft de adviseur X benaderd om te beoordelen of de premie van de overlijdensrisicoverzekering lager kon. Naar aanleiding hiervan hebben X, de klant en de adviseur een “Opdracht tot dienstverlening” ondertekend. Op het formulier is “Implementatie zonder advies/execution only” en “Overige diensten” aangekruist.

De adviseur heeft vervolgens een aantal offertes opgevraagd voor een ORV van € 160.000,- op de levens van X en de klant. X en de klant hebben op basis daarvan een verzekering gesloten. X en de klant hebben daarnaast een “Overeenkomst pandrecht” ondertekend. In deze overeenkomst is de hypotheekverstrekker aangewezen als eerste begunstigde van de verzekering. De aan de overeenkomst gehechte partnerverklaring is doorgehaald.

Eind november 2014 hebben X en de klant de polis voor de ORV ontvangen. Hierin staat dat de verzekering loopt tot 1 december 2040. Verder is vermeld dat X de verzekeringnemer is, de verzekerde som is € 160.000 en de klant en X zijn als verzekerden op de polis vermeld. In de polisvoorwaarden is opgenomen dat er een standaardvolgorde van begunstiging geldt, waarvan de verzekeringnemer kan afwijken. X en de klant hebben van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. In de productleeswijzer bij de verzekering staat verder dat als de verzekering is verpand, de hypotheekverstrekker als eerste recht heeft op een uitkering.

In 2019 is X overleden. De kinderen van de klant en X zijn de erfgenamen van X, waardoor zij eigenaar van de woning zijn geworden. Eind april 2019 heeft de verzekeraar aan de klant bericht dat zij het verzekerde bedrag van € 160.000,- aan de hypotheekverstrekker zal uitkeren ter aflossing van de hypotheek. De verzekering is vervolgens geëindigd.

De klant eist een schadevergoeding van € 160.000,- te vermeerderen met de wettelijke rente. Zij vindt dat de adviseur bij het oversluiten van de overlijdensrisicoverzekering in 2014 had moeten wijzen op de noodzaak van een partnerverklaring, of in ieder geval op de noodzaak om hierover te adviseren. Als er een partnerverklaring zou zijn afgesloten, zou na het overlijden van X de uitkering kortstondig in het vermogen van de klant zijn gevloeid, waarna deze zou zijn aangewend voor de aflossing van de hypotheek. De klant zou vervolgens een vordering op haar kinderen hebben verkregen ter grootte van € 160.000,-. Die vordering is zij misgelopen.

De Geschillencommissie heeft de vordering van de klant afgewezen. Voor zover hier relevant heeft zij overwogen dat uit de persoonlijke situatie van X niet kan volgen dat de adviseur verantwoordelijk is voor het ontbreken van een partnerverklaring. De aanleiding voor en insteek van het oversluiten was de verlaging van de premie. Dit heeft de adviseur gerealiseerd. De Geschillencommissie is van oordeel dat uit die achtergrond ook niet kan volgen dat de adviseur gehouden was om te wijzen op de noodzaak van (advies over) een partnerverklaring.

De beoordeling van het beroep

De Commissie van Beroep beoordeelt de zaak anders. Kon de adviseur in dit geval wel volstaan met execution only? Omdat de adviseur op de hoogte was van de situatie van de klant en X had zij de bemiddeling op moeten schalen naar advies. Er had dan kunnen worden onderzocht of de ondertekening van een partnerverklaring in dit geval zinvol zou zijn geweest.

De nieuwe verzekering werd ook afgesloten op het leven van de klant. Dit had voor de adviseur aanleiding moeten zijn om na te gaan of de klant en X nadere advisering zouden willen ontvangen. Met name over de vraag of de wijze waarop het verzekerd bedrag bij overlijden tot uitkering zou komen, passend was bij de situatie waarin de klant en haar partner verkeerden. Naar het oordeel van de Commissie van Beroep is de adviseur hierin tekortgeschoten.

Als er een ORV met een partnerverklaring zou zijn gesloten, had de klant na het overlijden van X de woning kunnen overnemen van de kinderen. Ook is denkbaar dat X en de klant na advies zouden hebben besloten aanvullende afspraken te maken op grond waarvan de klant verhaal zou hebben op de kinderen. De klant was in dat geval in een betere financiële situatie komen te verkeren.

De slotsom is dat de klacht van de klant gegrond is. Een redelijk handelend en redelijk bekwaam adviseur had in dit geval de ondertekening van een partnerverklaring behoren te adviseren. Nu dit is nagelaten, is de adviseur aansprakelijk voor de schade die de klant heeft geleden als gevolg van deze nalatigheid. De adviseur moet de schade vergoeden die de klant heeft geleden. Partijen worden in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de omvang van de schade.

Wat kunt u doen?

Bepaal van tevoren of u producten execution only afsluit voor uw klanten. Leg het beleid hierover vast en zorg dat het bekend is binnen uw organisatie. Het is aan te raden klanten te adviseren bij, zoals in dit geval, het oversluiten van een overlijdensrisicoverzekering. Zeker wanneer de situatie van de klant is gewijzigd ten opzichte van het moment van afsluiten. Mocht de klant geen advies willen, moet u er zeker van zijn dat de kennis en ervaring van de klant voldoende is om het gewenste product zonder advies af te sluiten. Voor een inkomensbeschermer, zoals een ORV gekoppeld aan een hypothecair krediet is, is dit een wettelijke verplichting. Afhankelijk van de antwoorden van de klant zal snel duidelijk worden dat het beter is om eerste advies in te winnen. Leg uw oordeel en eventuele advies hieromtrent zorgvuldig vast. Bent u van mening dat het niet verantwoord is dat een klant zonder advies een financieel product afsluit, overweeg dan of u uw diensten wel wil verlenen. Uit de jurisprudentie is al meerdere keren gebleken dat u uw klanten moet beschermen tegen overschatting van eigen kunnen.

Wat kan SVC voor u doen?

In de SVC Kennisportal hebben wij voorbeelden van beleid met betrekking op execution only en van een kennis en ervaringstoets. Bij een Wft-abonnement heeft u toegang tot ons Kennisportal en kunt u gebruik maken van deze voorbeelden. Daarnaast ontvangt u onze periodieke nieuwsbrief met uitspraken over relevante jurisprudentie, KiFiD-uitspraken en wettelijke wijzigingen en kunt u gebruik maken van onze helpdesk. Neemt u voor meer informatie contact met ons op.




Proud member of
Logo PIAGROUP
Volg ons op LinkedIn
Op de hoogte blijven het laatste nieuws?
Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief!