Nieuwe toezichtverklaring EIOPA

25 oktober 2023 om 16:23





Op 3 februari 2023 is de European Insurance and Occupational Pensions Authority met een nieuwe toezichtverklaring gekomen. De toezichtverklaring heeft betrekking tot het gebruik van governanceregelingen in derde landen om daar functies of activiteiten uit te voeren. Het openen of gebruik maken van een bijkantoor in een derde land brengt dus steeds meer eisen met zich mee. SVC brengt u graag op de hoogte van de nieuwe eisen.

EIOPA in het kort

De European Insurance and Occupational Pensions Authority (hierna: EIOPA) is de Europese toezichthouder voor bedrijfspensioenen en verzekeringen en maakt deel uit van het Europees systeem voor financieel toezicht. Naast het stabiel houden van het financieel stelsel heeft EIOPA ook als taak om ervoor te zorgen dat de markten en financiële producten transparant zijn. Tot slot helpt EIOPA verzekerden, pensioenspaarders en begunstigden te beschermen.

Wie zijn gebaat bij het bestaan van EIOPA? Allereerst zijn dat de consumenten. EIOPA moet ervoor waken dat er meer transparantie, eenvoud, toegankelijkheid en eerlijkheid in de hele interne markt omtrent pensioenen en verzekeringen komt. De tweede groep die gebaat is bij EIOPA is de sector op zichzelf. De toezichthouder houdt kwalitatief, efficiënt en consistent toezicht op EU-verzekeraars en bedrijfspensioenen. Verder helpt EIOPA risico’s en bedreigingen voor de financiële stabiliteit van de sector op te sporen, te beoordelen, te beperken en te beheren.

De toezichtverklaring

De EIOPA-richtlijn, ook wel aangehaald als de toezichtverklaring over het gebruik van governaceregelingen in derde landen om functies of activiteiten uit te voeren, is opgesteld op basis van de Solvabiliteit II-richtlijn en de Insurance Distribution Directive (IDD). De EIOPA heeft in het verleden benadrukt dat verzekeringsondernemingen een passend niveau van ondernemingsbestuur moeten aantonen, die in verhouding staan tot de aard, schaal en complexiteit van hun activiteiten. Dit betekent dat ondernemingen geen kenmerken van een voordeur-constructie mogen vertonen, die onder meer zouden kunnen voortvloeien uit situaties waarin ondernemingen bijkantoren in derde landen gebruiken om evenredig veel functies of activiteiten uit te oefenen.

Het is belangrijk dat ondernemingen die zakendoen of die van plan zijn activiteiten te starten een passend niveau van zakelijke inhoud (corporate substance) kunnen aantonen. Dit moet ertoe leiden dat er passend toezicht op en een passende beoordeling van het bestuur van de onderneming mogelijk is. Op deze manier kunnen doeltreffende besluitvorming en risicobeheer worden gewaarborgd en wordt behoorlijk toezicht mogelijk gemaakt.

Een belangrijk punt van deze toezichtverklaring is dat verzekeringstussenpersonen binnen het toepassingsgebied van deze toezichtverklaring vallen. Verzekeringstussenpersonen worden namelijk niet onderworpen aan hetzelfde niveau van regulering van activiteiten van derde landen als verzekeringsondernemingen onder de Solvabiliteit II. De IDD verschaft een beperkte toegang tot de EU-markt voor in derde landen gevestigde verzekeringstussenpersonen door naleving van de nationale wetgeving van de lidstaten. Anders gezegd, de IDD verleent geen onbeperkte rechtstreekse toegang tot de EU-markten aan verzekeringstussenpersonen in derde landen. Deze toezichtverklaring is daarom bedoeld om het toezicht op situaties waarin een in de EU geregistreerde verzekeringstussenpersoon onevenredig afhankelijk is of wordt van diensten die door een bijkantoor in een derde land worden verleend te vergemakkelijken. De IDD regelt verder dat ondernemingen en verzekeringstussenpersonen, bij het gebruik van diensten van verzekeringstussenpersonen, geen zaken mogen doen met verzekeringstussenpersonen die in derde landen gevestigd zijn. Dit standpunt wordt ook in de toezichtverklaring aangenomen.

Wat kunt u doen?

De toezichtverklaring is van belang voor ondernemingen of verzekeringstussenpersonen die gebruik maken van een bijkantoor in een derde land. De EIOPA en andere toezichthoudende autoriteiten verwachten dat het gebruik van een bijkantoor in een derde land er niet meteen voor hoeft te zorgen dat de onderneming of verzekeringstussenpersoon in de EER geen passend niveau van zakelijke inhoud heeft. Een belangrijk criterium hierbij is dat de primaire werkzaamheden, zoals adviseren en bemiddelen plaatsvinden vanuit de EER-onderneming. Ondersteunde werkzaamheden, zoals de financiële administratie kunnen zonder probleem door het bijkantoor worden uitgevoerd.

Mocht u een bijkantoor in een derde land willen vestigen, moet u ervoor waken dat het bijkantoor in eerste plaats tot doel heeft om de markt te bedienen waarop het is opgericht. Het bijkantoor mag het ondersteunen van ondernemingen en verzekeringstussenpersonen in de EU niet als enige doel hebben. Verder is het belangrijk dat een bijkantoor in een derde land geen gereglementeerde functies of activiteiten uitoefent op een manier die ervoor zorgt dat de onderneming of verzekeringstussenpersoon binnen de EER in haar activiteiten hiervan afhankelijk is. Daarnaast mag de exploitatie van het bijkantoor het governancesysteem niet aantasten, de operationele risico’s vergroten of de bescherming van verzekeringsnemers ondermijnen.

Wat kan SVC voor u doen?

SVC heeft inmiddels veel ervaring opgebouwd met het begeleiden van ondernemingen van buiten de EER bij het aanvragen van een Wft-vergunning in Nederland en de samenwerking met een bijkantoor. Wilt u meer informatie over onze vergunningsbegeleiding? Neem dan contact met ons op.




Proud member of
Logo PIAGROUP
Volg ons op LinkedIn
Op de hoogte blijven het laatste nieuws?
Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief!