Verantwoordelijkheid GA bij voorzetting portefeuille

18 september 2023 om 18:00

Verzekeraar A wilde haar agrarische verzekeringsportefeuille, die bij de Gevolmachtigd Agent (GA) was ondergebracht, afstoten. Verzekeraar B heeft deze portefeuille per 1 januari 2018 voortgezet. Verzekeraar B is van mening dat GA haar voorafgaand aan deze voortzetting onvoldoende heeft ingelicht, met name over een specifieke brandverzekering GA geeft aan dat verzekeraar B haar niet om deze informatie op polisniveau heeft gevraagd en dat zij zelf de verzekeringen had moeten onderzoeken. Hoe denkt het Hof, die de zaak in hoger beroep heeft behandeld, hierover?

De feiten

GA heeft tot eind 2017 opgetreden als gevolmachtigd agent van verzekeraar A. Een groepsmaatschappij van GA, heeft tot eind 2017 een agrarische verzekeringsportefeuille voor verzekeraar A beheerd. Een andere groepsmaatschappij van het concern, heeft tot eind 2017 bemiddeld tussen verzekeringnemers en verzekeraar A bij de totstandkoming van deze verzekeringen.

Het betreft twee opstallen die verzekerd zijn tegen brandschade. In een van de twee opstallen is in juli 2015 brand uitgebroken. Omdat er eerder dat jaar ook al brand was, is er een technisch inspectierapport opgemaakt. Hierin wordt geadviseerd om een blussysteem eigen bluswatervoorziening en een detectiesysteem aan te leggen. In reactie hierop stelt de acceptant van verzekeraar A extra eisen en wordt aangegeven dat wanneer hier niet voor 1 januari 2018 aan wordt voldaan, de verzekering zal worden beëindigd.

Begin 2017 geeft verzekeraar A aan de agrarische portefeuille in zijn geheel te willen afstoten. In overleg met een derde partij, neemt uiteindelijk verzekeraar B per 1 januari 2018 de portefeuille van verzekeraar A over.

In oktober 2018 brandt een van de gebouwen volledig af. Verzekeraar B heeft de schade aan het gebouw op basis van een verkoopwaarde van € 615.500 aan verzekerde vergoed en heeft haar de opruimingskosten ter hoogte van € 34.079,47 vergoed. Er heeft geen herbouw van het gebouw plaatsgevonden. Verzekeraar B verhaalt de kosten van in totaal ruim € 660.000 op GA, omdat GA haar onvoldoende heeft ingelicht over het betreffende risico van de brandverzekering bij de voortzetting van de portefeuille.

De rechtbank heeft de vorderingen tegen GA toegewezen, met uitzondering van een beperkt deel van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. De bedoeling van het hoger beroep van GA is dat de tegen haar toegewezen vorderingen alsnog worden afgewezen.

Beoordeling

Het hof toetst of het handelen van GA een onrechtmatige daad is en geeft daarbij aan dat de omstandigheden van het geval bepalend zijn bij de beoordeling hiervan. Het hof acht hierbij van belang:
Volgens het hof wist GA dat preventiemaatregelen tegen brand vereist waren. GA was daarnaast op de hoogte van het besluit van verzekeraar A om de verzekering op te zeggen indien verzekerde niet aan die maatregelen zou voldoen. GA had kunnen weten dat dit bij de beoordeling van welke verzekeringsovereenkomsten die zij wilde voortzetten, ook relevant was voor verzekeraar B. Niet duidelijk is volgens het hof waarom GA deze informatie niet heeft gedeeld. Het hof concludeert dan ook dat GA onrechtmatig heeft gehandeld ten opzichte van verzekeraar B door niet te wijzen op de voorgenomen opzegging door verzekeraar A.

GA is daarnaast van mening dat de schade voor rekening van verzekeraar B moet blijven, omdat verzekeraar B zelf de keuze heeft gemaakt om te volstaan met zeer beperkte informatie over de agrarische verzekeringsportefeuille. Bovendien heeft verzekeraar B samen met een derde betrokken partij zelf bepaald welke informatie zij van GA wilde ontvangen.

Het hof oordeelt dat de schade inderdaad mede het gevolg is van omstandigheden die aan verzekeraar B kunnen worden toegerekend. Daarbij weegt mee dat de derde partij en verzekeraar B de vraagstelling aan GA beperkt hebben gehouden, terwijl er wel degelijk aanleiding bestond om na het doornemen van het ontvangen Excel-bestand door te vragen over de aard van de activiteiten in het betreffende gebouw. Verder heeft verzekeraar B de dossiers en locaties van de voortgezette verzekeringen niet direct geïnspecteerd. Daarnaast is aan verzekeraar B toe te rekenen dat zij na de branden niet heeft onderzocht of verzekerde wel had voldaan aan de brandveiligheidsvoorwaarden die in de polis van verzekeraar B waren opgenomen. Conclusie is dat het hoger beroep deels slaagt. 40% van de schade moet voor eigen rekening van verzekeraar B blijven.

Wat kunt u doen?

Als gevolmachtigd agent vertegenwoordigt u de belangen van de verzekeraar. Deze uitspraak bevestigt de verantwoordelijkheid die bij deze vertegenwoordiging past. U bent als gevolmachtigd agent verantwoordelijk voor juiste en volledige informatie aan de verzekeraar. U heeft zowel naar de verzekeraar en de bemiddelaar (en de bemiddelaar naar de klant) informatieplicht over de risico’s en bijbehorende voorwaarden en clausules voor het verzekeren daarvan. Zeker wanneer bekend is dat een andere verzekeraar aanvullende voorwaarden heeft gesteld en zelfs de polis heeft opgezegd. In het kader van risicobeheersing van aan u uitbesteedde werkzaamheden moet een verzekeraar er vanuit gaan dat u zich houdt aan de afgesproken limieten en richtlijnen van verzekeraar en haar juist en volledig informeert.

Wat kan SVC voor u doen?

In ons Kennisportal hebben wij ook voor gevolmachtigd agenten de benodigde informatie, voorbeeldprocedures en formulieren beschikbaar ter ondersteuning van uw bedrijfsvoering. Deze kunt u ook gebruiken bij het voldoen aan het Werkprogramma Risicobeheersing Volmachten. Wilt u een demonstratie of meer informatie over de Kennisportal? Neemt u dan contact met ons op.